De komst van mijn konijn voorbereiden

Het leven binnen

Konijnen kunnen binnenshuis halfvrij leven. Omdat de dieren graag graven en knagen, moet hun omgeving beveiligd worden: bescherm uw meubels en voorzie kabelbeschermers voor elektrische draden om de veiligheid van uw konijn te garanderen.

U kunt ook handdoeken, dekens, of zelfs een kuip met aarde of schors voorzien om uw konijn bezig te houden.

Het spreekt vanzelf dat u uw konijn tijdens zijn eerste vrije uitstapjes het beste in de gaten houdt.

Naast een aangepaste kooi moet uw konijn altijd beschikken over het onderstaande: 

• een drinkplaats;
• hooi;
• een schuilplaats;
• een konijntoilet om zindelijkheid te garanderen.

Het leven buiten

Als uw konijn buiten leeft, heeft het een hok nodig waar het op zijn gemak kan rusten. Die ruimte moet goed geïsoleerd zijn en niet in de wind staan. Denk er ook aan uw konijn te beschermen tegen mogelijke gevaren zoals honden, katten en andere roofdieren.

Pas op, een konijn kan gemakkelijk over een hek van 60 cm hoog springen! Daarom kan het nodig zijn om een gaasdak aan de behuizing toe te voegen.

Een goed gevuld strooien nestje en een kooi met 's nachts een deken zorgen ervoor dat uw konijn het niet koud krijgt. Vergeet ook niet om het water elke dag te verversen en bij koud weer te controleren of het niet bevroren is!

Kooi

Omdat konijnen actieve, sportieve dieren zijn, moeten ze kunnen bewegen.

Hun kooi moet hen de mogelijkheid geven om zich te rekken, te graven, te rennen, te spelen, zich te verstoppen en op hun achterpoten te staan. Daarom raden we een kooi aan van minimaal 1 meter met indien mogelijk een mezzanine. 

Naast de kooi biedt u uw konijn het beste een veilige ruimte (bijvoorbeeld een hok) waarin het kan bewegen en zijn omgeving verkennen.

Enkele schitterende voorbeelden van binnen- en buitenruimtes:

Strooisel

Het strooisel moet in een speciaal ontworpen strooiselbak gelegd worden en gemakkelijk toegankelijk zijn in de konijnenkooi. U kunt niet-klonterige, goed absorberende kattenbak- of plantenbakvulling gebruiken. Zaagsel moet dan weer worden vermeden, want het is vaak stoffig en irriteert de ogen van het konijn.

In de resterende ruimte van de kooi kunt u een dikke rubberen mat of handdoeken leggen.

Buiten kunt u strooisel uit stro of houtkrullen leggen. Zorg ervoor dat het niet beschimmeld of stoffig is. Gerststro is zachter dan tarwe- of haverstro en irriteert de ogen van uw konijn minder snel.

Temperatuur

Binnenhuiskonijnen moeten boven alles leven op een droge plaats waar de temperatuur tussen 15 en 21°C ligt. Konijnen zijn niet in staat te zweten of te hijgen en kunnen daardoor bij een kamertemperatuur van meer dan 21°C snel uitdrogen of een hitteberoerte krijgen. Airconditioning of tocht kan dan weer ademhalingsproblemen veroorzaken.

Konijnen die buiten leven, moeten ook beschermd worden tegen hitte, tocht en regen.

Een goed gevuld strooien nestje en een kooi met 's nachts een deken zorgen ervoor dat uw konijn het niet koud krijgt.

Ook het drinken van uw konijn is belangrijk in het kader van temperatuur. Het water moet elke dag ververst worden en bij koud weer moet u ervoor te zorgen dat het niet bevriest!